Nogmaals: de fietser en de automobilist

Als ik iets vertel of schrijf over de fietser, in het bijzonder over mezelf als fietser, dan is de auto nooit ver weg. Net zoals in de werkelijkheid, helaas moet ik stellen. Als fietser leef ik liever in een wereld zonder auto’s. Met auto’s om me heen moet ik voortdurend alert zijn, als een vogel opgejaagd of beloerd door de kat. Als fietser ben ik me bewust van een voortdurend gevaar.


Dat gevaar kan natuurlijk ook in andere zaken schuilen, een gat in de weg, een gevaarlijke afdaling, of roekeloos rijgedrag van een medefietser. Maar de auto blijft toch dé natuurlijke vijand, en dat is extra pijnlijk omdat zich binnen dat blik een medemens bevindt. Mijn fietsplezier is daarom mede afhankelijk van het volume en het gedrag van deze gemotoriseerde medeweggebruiker.


Deze gedachte doemde wederom op tijdens het jaarlijkse debatprogramma op Radio1, ‘Fietsend het jaar in’. Vorig jaar fungeerde ons eigen museum Velorama nog als gastheer. Ditmaal om 2020 in te luiden waren er weer verschillende gasten van diverse pluimage uitgenodigd in een standaardstudio op het mediapark in Hilversum. Onder de gasten bevond zich een resem aan hotemetoten: (waarnemend) minister en staatssecretaris voor verkeer Stientje van Veldhoven, hoogleraar Urban Mobility Marco te Brömmelstroet, directeur van de fietsersbond Saskia Kluit, historica Ruth Oldenziel, Arjan de Vries van de Wielersportbond, hoogleraar Revalidatieonderzoek Thomas Janssen en zelfbenoemd fietsfitter Bart Hendriks. Wat dat laatste is begreep ik pas later, een fietsenmaker die je tevens helpt goed op je fiets te zitten.


De teneur in de hele uitzending was positief, bijna euforisch, het gaat goed met de fiets én de fietser. Dat kan eenvoudig afgeleid worden uit het aantal fietsers, het aantal fiets-kilometers, en de groeiende fietsinfrastructuur. Het scheelde niet veel of de vlag werd uitgestoken voor het decennium van de fiets. Heel mooi en prachtig natuurlijk.


Zak geld, maar wat wil de overheid doen?


Vanzelfsprekend werd er met de aanwezigen gepraat over de nog steeds heersende problemen, en de uitdagingen die daaruit voortsproten. Stientje van Veldhoven pareerde alle aanvallen als zou de overheid te afwachtend of te traag reageren, met het gegeven dat er toch maar weer 60 miljoen werd geïnvesteerd. Ik word een beetje moe van dergelijk verweer, alsof een zak geld op tafel elk verantwoordelijk ministerie van blaam zuivert. Liever hoor ik een standpunt over wat de overheid wil gaan doen, met de volgende stap van het prijskaartje daarbij. Ik heb namelijk geen idee hoeveel het kost om bij wijze van spreken een kilometer fietspad aan te leggen. Wie weet gaat de helft van het benodigd geld wel op aan voorbereidend commissie- en studiewerk.


De stelling die ik hier te berde wil brengen is dat bevordering van de fiets niet kan zonder ontmoediging van de auto. We leven in een te klein land om alle bomen maar tot in de hemel te laten groeien, laat staan het water over alle akkers te laten lopen. Niemand zal ontkennen dat het druk is in het verkeer, op de weg, ook buiten de stad. Dat komt natuurlijk ook door de toegenomen populariteit van de fiets, in al zijn steeds bontere gedaantes. Dan is het dus kwestie van keuzes maken, en met name van een bewindvoerder verwacht ik duidelijke stellingnames. Fiets en auto als communicerende vaten, tot elkaar veroordeeld in het doen van concessies.


Aandachtig luisterde ik naar wat er besproken werd. Mij viel op dat nergens besproken werd wat te doen om de mens uit de auto te krijgen. Uiteraard noemde Van Veldhoven de plannen
om stadscentra minder aantrekkelijk te maken voor auto’s. Dat is zeker lovenswaardig, voor zover de plannen ook daadwerkelijk tot uitvoering komen. Vreemder vind ik het gepoch van de overheid, gezien volgend nieuwsbericht, dat ik bij de afsluiting van het vorig jaar hoorde. Het bericht leek bijna ondergesneeuwd, spreekwoordelijk dus. In het vorig jaar is zowel auto- als filedruk toegenomen, ondanks uitbreiding van het verkeersnetwerk, meer asfalt zeg maar. Daar ging ik eens over nadenken, hoe kan dat? Waar komt die toename van het verkeer vandaan, uit de toename van onze bevolking? Dat zijn voornamelijk migranten, en van hen verwacht ik dat ze allereerst een fiets op de kop tikken. Zijn het dan de logistieke transporteurs die op en neer reizen van de distributiecentra door ons ‘verdoosd’ en verrommeld landschap? Of zijn mensen gemiddeld genomen verder van hun werkplek gaan wonen? Dank economische groei.


8 miljard


Maar dan die extra notitie in dat vermaledijde bericht: ‘ondanks uitbreiding van het verkeersnetwerk’. Houdt dat dan nooit op, dat extra asfalt? Zijn daar überhaupt maximale normen voor? Of zijn die net zo rekbaar als bij onze nationale luchthaven. Ik ging het eens opzoeken, vorig jaar heeft onze overheid voor 8 miljard euro besteed aan extra wegen. Jazeker, 8 miljard! Dat is een 8 met 9 nullen. Met dat geld kun je een heleboel leuke dingen doen, in ieder geval meer fietspaden aanleggen dan met die zak geld van Stientje. Het bedrag is sowieso 9x zo hoog als dat er geïnvesteerd wordt ten behoeve van tram, bus, metro en trein.


Dat bericht stemt mij zeer droevig. Wat er ook gebeurt, hoe populair de fiets ook wordt, de heilige koe van de auto (denk aan de accijnzen) moet in de watten gelegd worden. Al is het maar om autospreekbuis De Telegraaf de mond te snoeren als die weer eens chocoladelettert: “Kabinet laat automobilist in de kou staan”. Dat al dat extra asfalt alleen maar een aanzuigende werking uitoefent, en dat de overheid in deze dweilt met de kraan open, wil er maar niet in. Waarbij dus logischerwijs het aantal verkeersdoden in 2019 ook weer is toegenomen, met een substantieel aandeel voor de kwetsbare fietser.


De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat een deel van die 8 miljard gereserveerd zal zijn voor onderhoud, om te voorkomen dat onze wegen in een staat van voormalig Oost-Europa komen, waarbij taxichauffeurs het ‘om de kuilen laveren’ tot kunst verheffen.


Aflaat van elektrisch en geluidsarm


We, ik bedoel: wij fietsers, zullen er mee moeten leren leven, vrees ik. Hopelijk komt er ooit een kabinet dat rigoureus het mes zet in de knorrende beesten. Let wel: ik ben absoluut niet tegen het verschijnsel auto, al is het maar voor de hulpdiensten, en diegenen die vanwege hun handicap geen alternatief hebben, maar vreemd vind ik wel dat in de tsunami van schaamte-concepten (vliegschaamte, vleesschaamte, baarschaamte etc) het woord autorijschaamte nog geen opgang heeft gemaakt. Zo heb ik ook de indruk dat veel automobilisten zich lijken in te dekken met de aflaat van het elektrisch en eventueel geluidsarmer (kunnen/gaan) rijden. Alsof het probleem van de openbare ruimte daarmee opgelost zou zijn. Van mij krijgen ze daarmee in ieder geval geen absolutie. Nog steeds is meer dan 50% van de autoritjes over een afstand van maximaal 5 kilometer! En een kratje bier op de fiets bij de supermarkt halen vinden velen nog steeds teveel moeite.


Ook als fietsreiziger (buiten het woon-werkverkeer in de stad) vind ik de omgang, of liever mijding van de auto de belangrijkste uitdaging, laat ik het positief formuleren. Bij het zoeken van de prettigste of meest comfortabele route op vakantie is minimalisatie van auto-aanwezigheid wellicht het belangrijkste criterium. Hoe fijn derhalve al die fietswegen die speciaal aangelegd zijn voor fietsers, denk aan de Radfernwege in Duitsland, of de ‘vias verdes’ in Spanje. Jammer vind ik het derhalve dat kaarten of mappen mij niet de intensiteit van het autoverkeer kunnen vertellen, afgezien van de grofmazige indeling van wegen in kleuren. Er zou toch een app ontwikkeld moeten kunnen worden die up-to-date mij vertelt wat de gemiddelde autodoorstroming is, hoe de kwaliteit van het wegdek is (ook belangrijk), naast welke speciale voorzieningen er onderweg zijn, horeca, fietsreparatie bijvoorbeeld, iets waar fietsgidsen wel in uitblinken.


Laten we er het beste van maken in 2020, of verder vooruitkijkend: het decennium van de fiets. Doorfietsen! Ook in deze tijden van corona. Of juist in deze tijd: de reductie van het autoverkeer is een verademing. Bedenk dat je in Spanje als fietser nu een boete van €3000 riskeert, ook op een 'via verde'. Dus geniet ervan, zolang het kan.


P.S. Van de redactie: de Fietsersbond heeft een routeplanner. Die is al best gedetailleerd, maar nog niet zo gedetailleerd als verhoopt in deze column van Marc.

https://routeplanner.fietsersbond.nl/

Marc Peeters,

maart 2020